ik voel dat ik er eigenlijk niet ben

Bennie (40)
Versierd onder de tatoeages lukt het hem eigenlijk niet om superstoer te blijven als je hem leert kennen. Als zijn mond opengaat sta je opeens met een hele zachte, beleefde, aardige jongen te praten.

Opgegroeid in Crooswijk, woont Bennie (40), niet zijn echte naam, nu met 2 hondjes 3 hoog achter in een appartement in Rubroek. Anders dan hij zijn toekomst als kind had voorgesteld, heeft hij de tikken die het leven kan hebben, wel ontvangen. Wie niet tegenwoordig? Maar Bennie zijn verhaal aanhorend, is het weer net of er iemand venijnig in het velletje van je hart knijpt.
Van baantje naar baantje kwam hij een paar jaar geleden in een keuken van een zorginstelling terecht, tot het daar niet meer ging en hij door psychoses thuis kwam te zitten. Opnames, therapieën, zoeken naar de juiste medicatie, begeleiding, schulden, bewindvoering. Een rugzak wordt een koffer met wielen, om alles met je mee te zeulen. Maar Bennie hoefde niets mee te zeulen, want hij bleef thuis. Er was voor het ongemak ook nog maar even straat- en smetvrees bij hem ontwikkeld. Een huishouden van drie: Bennie met twee schattige hondjes, die je eerder bij de koningin van Engeland zou denken, dan bij hem. De enige die wekelijks een keertje over de vloer kwamen, waren zijn moeder en zijn begeleider. Door smetvrees geen dichtgeslibde mancave, maar ook niet het paradijs, waar hij ooit van droomde.

Stapje voor stapje, met vallen, opstaan en weer terugglijden leeft hij nu van een schamel bedrag per week, aangevuld met boodschappen en reststromen die hotspot hutspot in natura aan hem geeft, zodat elke kleine verdienste niet rechtstreeks verdwijnt in de gulzige mond van de bewindvoering.

Met een eigen dikke bult, moet je op de blaren zitten, denk je misschien met papieren getallen in de krant. Mensen die de maatschappij geld kosten, bla bla bla, hard aanpakken. Maar hoeveel mensen strijden er gewoon niet tegen de waanzin in hun eigen hoofd, die ze niet onder controle krijgen.

Bennie durfde niet meer groot te dromen, maar wat een wonder, dat hij opeens op een zonnige dag in de tuin van het restaurant zat te wachten op een intakegesprek bij hotspot hutspot, nadat hij zich had aangemeld als vrijwilliger, maanden geleden. Straatvrees was nog aanwezig, maar hij durfde nu al wel voorzichtig op een paar honderd meter van zijn huis te komen. Van “spiegozers” (psychoses) had hij al langer geen last meer gehad. De intake had geen maand later moeten zijn, want dan was zijn sterke moment misschien alweer voorbij geweest. “Dromen over de toekomst? Eerst maar es kijken of ik dit vrijwilligerswerk een paar weken volhou…”

Zie Bennie nu eens gaan, drie dagen in de week, 4 uur per dag en vanaf deze week 5 uur per dag, omdat hij zijn grenzen wil verleggen. Dit was een jaar geleden ondenkbaar. De ene week zegt hij: “laat mij maar in mijn eentje in een hoekje een personeelsmaaltijd in elkaar frotten, want ik voel dat ik er eigenlijk niet ben”, om uiteindelijk toch weer helemaal opgeladen naar huis te gaan. De andere dag wil hij samen met een collega en een binnengewandelde tiener zijn passie gooien in een artistiek voorgerecht. Hij maakt contact met mensen en culturen, die hij nooit zou zijn tegengekomen en verstopt weleens een steranijs en een kaneelstaaf in een appeltaart. Hij kwam erachter dat hij niet eens degene was die de meeste medicijnen op een dag gebruikt.

Hij lacht, hij komt zijn hart luchten, slaapt weer eens slecht en was afgelopen jaar een maand uit ons systeem voor opnames en onderzoeken. Dan kan hij opeens niet komen, omdat hij ook de honden van zijn moeder te logeren heeft en kan hij thuis niet weg, anders blaffen ze de buurt bij elkaar. Het is moeilijker ‘nee’ zeggen tegen je eigen moedertje, dan tegen je werk. Maar Bennie wil helemaal niet thuiszitten, dat weten wij en wij zijn het “bedrijfsleven” niet, dus het is goed zo. Maanden geleden liet hij dit niet eens weten en tegenwoordig communiceert hij erover.
Hij bezit zijn eigen bijzonder normale positie in de keuken van Hotspot Hutspot, waarin hij zich veilig voelt en zijn omgeving vertrouwt. Hij schrikt er soms achteraf van met hoeveel mensen hij eigenlijk vrij gemakkelijk een praatje maakte en hoe gemakkelijk hij zijn voorgerecht bij onbekende mensen serveerde. “Kan ik nog een vleessie mee naar huis nemen? Ik krijg mensen op visite.”

Verfrommeld als hij vorig jaar was, is hij allang niet meer als je goed kijkt. “Kleine stappies…”, zoals hij het zelf zegt. Grote stap, denken wij. Binnenkort maar weer eens vragen, of er al wat dromen door de wegtrekkende mist zichtbaar zijn geworden.

geef hotspot hutspot lucht! https://www.whydonate.nl/…/doneer-lucht-aan-het-eind-van…/nl