kleinrdam: pruillip

Faye is een soort prinsesje, een oosterse prinses uit een feel-good-sprookje. Haar pruillip staat haar goed, haar glimlach staat haar beter.

Faye (36), niet haar echte naam, wil niet in haar eentje verantwoordelijk zijn voor een gerecht bij hotspot hutspot in de keuken. Bij het taakverdelen doen we regelmatig of ze samen met iemand het gerecht gaat maken, maar in de praktijk laat menig collega-vrijwilliger haar snel los, want Faye kan dit gewoon. Ze is alleen een beetje bang om fouten te maken, want ze wil niemand teleurstellen. Faye is dan ook kritisch op het resultaat van een middagje bakken. “Kijk nou, helemaal mislukt, die taart die gister is gemaakt, was veel mooier.” Met Chinese tongval staat Faye haar eigen werk af te kraken. Het verschil met de appel-citroen-merengue-taart van gister zit in de bruine randjes van het merengue-branden met de crème-brulee-brander. Haar randjes zijn donkerder bruin. Iets. Plagerig zegt iemand:”ja, gooi maar weg.” Ze kijkt beteuterd, maar als ze doorheeft dat er een paar Rotterdams grijnzende gezichten om haar heen staan, geeft ze de meest dichtbij zijnde etter een mep op zijn arm en schiet ze ook in de lach. Ze krijgt nu de complimenten en het advies dat ze zich niet zo druk moet maken, want ze heeft een puike taart geleverd.
Winst, want een half jaar geleden maakte iemand een geintje over de manier waarop ze pasta ging koken en toen was ze meteen 2 maanden van de radar. Die grote gemene grappenmakers pasten niet in haar sprookje. Tegenwoordig is ze al stukken weerbaarder.

Beleefd, nederig, complimenteus en steeds minder onzeker. Wekelijks weer op een schattige manier dankbaar dat haar collega’s met de personeelsmaaltijd met haar vegetarische wensen hebben rekening gehouden.

Lang geleden uit China naar Rotterdam gekomen en natuurlijk in de horeca gewerkt, ze heeft de mooiste serveer-skills van iedereen in het restaurant: Als een bij in een bloemenveld laveert ze sierlijk met haar onderarmen vol met borden door het restaurant naar de juiste tafel. Later is ze in een magazijn gaan werken tussen de kleine automaterialen met leuke mensen om haar heen. “Ik mis ze weleens, want ze waren heel aardig, maar ik werd ziek en kwam thuis te zitten.” Er kwam een wending in het feel-good-verhaal. Jaren ziek geweest en iets pijnlijks aan haar been, waardoor regulier werk er niet meer inzat. Met een man met een drukke baan en een zoon die uitvloog, werd het thuiszitten haar uiteindelijk teveel en op advies van een werkconsulent van de gemeente is ze bij hotspot hutspot in de keuken terecht gekomen. “Jullie zijn aardig en lief en ik word blij als ik hier ben.” Van Faye wordt je blij en ze zal niet vaak ruzie met mensen hebben gehad in haar leven. Je zou bijna denken dat haar Nederlandse uitspraak, met overduidelijke Chinese invloeden er nog in, haar nog zouden belemmeren, maar ze begrijpt meer dan je zou vermoeden. Ze wil eigenlijk helemaal niet meer in de horeca werken, ze zou het liefst in een kledingwinkel werken, maar het is nog te vroeg. Na 6 uur op een dag is ze versleten, maar ze is zelf met een een tussenoplossing gekomen. Sinds twee weken is ze in plaats van 1 dag, 2 dagen aan het werk, maar dan een uurtje minder, stelde ze voor met een pruillip. Ze weet ook wel dat je eigenlijk met zijn allen tot het eind moet volhouden.

Vol concentratie, met een veilig gevoel dat ze er niet alleen voorstaat en altijd blij en gul met aardige woorden voor de tiener die met haar mee staat te koken.

De verraste werkconsulent die langskwam zei: ”Ga jij nog maar een tijdje zo door, die kledingwinkel komt nog wel een keer.” Menig sprookjesprinses zou jaloers zijn op het glunderende gezicht dat deze opmerking op haar gezicht veroorzaakte. Voor hotspot hutspot in ieder geval een tijdje feel-good met Faye om ons heen.